‘Een heel bezit, zo’n huisje’

Het is open dag op tuinvereniging Langs de Akker. Naast een wandeling over het complex, kunnen bezoekers snuffelen bij de kraampjes: er worden onder meer plantjes, poffertjes en ijsjes verkocht. Bij een slootje staan twee oudere dames te wijzen naar roze waterlelies. Het zijn Jeltje (82) en Leentje (81). Voor hen is het waarschijnlijk de laatste keer dat ze een open dag als tuinbezitter meemaken. Na 45 jaar gaan ze hun huisje verkopen. Vol trots laten ze hun tuin en huisje zien.

De rondleiding begint bij het bijzondere tuinhek. Te zien is een vrouw die voorover bukt om bloemen te plukken. “Het hek is door mijn man Frans gemaakt,” vertelt Jeltje. “Hij heeft de vorm uit ijzer gezaagd. De vrouw die je ziet lijkt op een vrouw die hier vroeger ook een tuintje had.” De dames lachen. “Ze heeft het nooit geweten.”

Leentje

Waterlelies

Ze geven een rondleiding door de tuin. Alles ziet er keurig verzorgd uit. Het stuk grond blijkt verrassend groot en loopt door achter het huisje. Achter in het slootje drijven waterlelies. Er zijn twee zitjes gecreëerd, een naast het huisje en een erachter, voor wat meer privacy.

Retro

Het huisje ziet er pittoresk uit. Eenmaal binnen is het net alsof je teruggaat in de tijd. De meubels zijn ‘retro’, net als de keuken. Het geeft het huisje een bijzondere sfeer. “Ik zag eens een villa met schuine ramen,” vertelt Leentje. “Dat wilde ik in ons huisje ook. Daardoor krijg je mooie vensterbanken.”

Jeltje zit bij het raam

Tweekamerwoning

45 jaar geleden stond er een advertentie in het Amstelveentje, vertelt Leentje. “Tuintjes te huur. Er was hier toen nog helemaal niets, behalve weiland.” Samen met hun echtgenotes besloten ze een tuin te huren. “Dat kon, want Leentje woonde in Amstelveen. Zo’n huisje is een heel bezit.” Ervaring met tuinieren hadden ze niet. “We komen uit Amsterdam, zijn opgegroeid in een tweekamerwoning, op vijf hoog.” De tuin is aangelegd door Frans. De man van Leentje deed de bestrating. “Kennis van het tuinieren kregen we pas later. Soms te laat. Zo hadden we een prachtige blauwspar geplant. Een hele mooie boom, maar die past beter in een bos dan in een tuintje. Zoiets kun je niet kortwieken. De boom hebben we er later weer uitgehaald.” Ook de berk in de hoek van de tuin is groot geworden. “Maar spijt hebben we niet, dat we die hebben geplant.”

Nachtpon

Het huisje hebben ze helemaal aangepast aan hun wensen. Achter een schuifdeur in de hoek gaat een wc schuil. Daar vind je een gordijn, waar een douche achter is verstopt. “In het verleden heb ik hier met m’n moeder geslapen,” vertelt Jeltje. “Vroeger stond hier een tweepersoonsbed, achter louvredeurtjes,” vult Leentje aan. “Onze moeder kon op een gegeven moment niet meer alleen wonen,” gaat Jeltje verder. “ Ze liep ’s nachts op straat in haar nachtpon, was op zoek naar ons. Daarom kwam ze bij mij wonen. Ik woonde op een flat en met die trappen was het lastig. In de zomer woonden we daarom op de tuin. Dat wilde ik echter niet zonder douche.”

De keuken

Gezellig

Jaren hebben ze met z’n vieren op de tuin doorgebracht. “We brachten hier veel tijd door, aten hier samen. We hebben hier ook geknutseld.” Op foto’s laten ze diverse creaties zien. “Het ging altijd goed, er was nooit ruzie.” Op de tuin was het gezellig. Al was de band onderling vroeger beter dan nu. “Vroeger bleven mensen tien tot twintig jaar op de tuin. Tegenwoordig is het verloop veel groter. Mensen blijven nu maar zo’n vijf jaar.”

Smokkelen

De trots van de dames is de lijsterbes, die vlak naast het pad staat. Het is een boom met een verhaal, zo blijkt. “Onze moeder heeft die boom samen met twee tantes uit het bos gesmokkeld. Ze hadden het boompje uit het bos gehaald en wilden deze voor ons meenemen. Onderweg kwamen ze een boswachter tegen. Door het boompje achter haar rug te houden, heeft de boswachter het boompje niet opgemerkt. En nu staat hij al jaren in de tuin.”

Een van de zitjes in de tuin

Opzeggen

Ze gaan het tuintje dit jaar opzeggen. “Het is wel jammer, het is namelijk wel heel leuk. Maar Jeltje heeft een huis met een tuin en het wordt allemaal iets te veel.” Het huisje zullen ze wel missen. “Ach ja, misschien doen we het ook niet,” zegt Leentje iets later. “We kunnen het nu allemaal nog afzeggen..”